maandag 16 juli 2007
Gedicht van de dag
ONWEER
Het is heet op straat. De warmte drukt op de stad. Alles trilt van de hitte. De brandende zon maakt mensen mat.
Ze worden loom en stil, liggen onder bomen van koelte en schaduw te dromen.
Geen blaadje beweegt. Het is doodstil. Strakblauw is de lucht. Geen enkel spierwit wolkje. De mens zucht.
Zwembaden en stranden, overal is het druk maar och, wat geeft het voor geluk?
Badlakens, tenten, ledematen op en bij elkaar. Klam en vochtig ruikt het daar.
Na een lange dag van slopende temperatuur verandert er plots iets in de natuur.
Aan de hemel komen vreemde wolken, grijs en grauw. Langzaam maar zeker verdwijnt het pure blauw.
De wolken pakken samen, een koperkleurige horizon.
Het wordt donker, alsof reeds de nacht begon.
In de wei staan de koeien stil, kop aan kop.Nog een enkele vogel waagt het. Zijn gefluit klinkt op
Dan wordt het stil, alsof de wereld niet geschapen was.
De mensen gaan naar huis, weg van zee of plas.
Even later valt de eerste regendrup, daarna nóg een.
Ze spatten in steeds dikkere druppels uiteen.
Een lichtflits schiet door de donkerte, verlicht de straat,alsof er een stille lamp aan gaat.
Dan een gerommel, nog heel ver van hier.
Dreigend en grommend, als een boos dier.
Steeds dichter komt het, nu luid.Het weerlicht. De wind fluit.
De regen ruist niet meer.Zijn gespetter gaat over in een hard gekletter.
Het onweer breekt los. Heel de stad wordt gewassen. De regen is het bad.
Na een uurtje is het droog. De koeien steken hun koppen omhoog.
De merel zet zijn gekweel voort, als had hem dat geweld niet verstoord.
Nu komt de hele stad weer buiten. Het is voorbij.
De hitte is weg. Iedereen is blij.
De lucht trekt op met wolkjes en zon.
Nu is het weer net zoals voor het begon.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Blogarchief
Over mij
- theocatharina
- Brabant, Netherlands
- Vrouwelijk, 74 jaar , goed in taal en persoonlijke verhalen schrijven over van alles